Je verlichting zuiniger: zo doe je dat

Een beetje zuinig met energie omgaan is belangrijk, dat weten we inmiddels allemaal wel. Er zijn best veel dingen die veel stroom kosten die best een beetje minder kunnen. Maar er zijn ook dingen die we nu eenmaal nodig hebben, zoals verlichting, en die we dus lastig kunnen laten om maar energie te besparen. Gelukkig kunnen deze zaken vaak wel wat zuiniger, en soms hoef je daar zelf nauwelijks iets aan te doen.

Welk soort verlichting gebruik je?

De ouderwetse gloeilamp, die hebben we inmiddels verbannen. Jammer, vinden veel mensen, maar eigenlijk niet meer dan logisch. Als het gaat om lampen wil je energie omzetten in licht, dat is het doel. Bij gloeilampen werd echter een groot deel van de energie ook omgezet in warmte, terwijl je daar in het geval van lampen weinig aan hebt. Zonde van de energie dus, want er is ook verlichting die wel vrijwel alle energie om weten te zetten in licht.

LED verlichting is daar een goed voorbeeld van. Bij deze lampen gaat maar weinig energie verloren aan warmte, wat de lampen erg zuinig maakt. Fijn voor je portemonnee, maar ook voor de wereld. Bovendien is LED verlichting erg duurzaam, en gaat een lamp vele malen langer mee dan een oude gloeilamp. In aanschaf is het wellicht wat duurder, maar dit ga je gedurende het gebruik zeker terugverdienen. Wat bovendien leuk en handig is, is dat je LED lampen heel makkelijk op verschillende manieren kunt gebruiken. We krijgen bij de lampen steeds vaker een app voor op onze telefoon, waarmee we van alles kunnen. De lampen meer of minder licht laten geven, waarbij je met minder licht nog zuiniger uit bent, maar waarmee je ook de warmte of zelfs de kleur aan kunt passen. Met recht slimme lampen!

Wanneer heb je de lampen aan?

De zuinigste lamp, dat is de lamp die nooit aan staat. Flauw, maar wel waar. Natuurlijk koop je je lampen niet om niks te doen, dus gebruik ze vooral, maar houd dit statement wel in je achterhoofd.

We hebben namelijk best vaak lampen aan op momenten waarop het niet nodig is, of meer lampen aan staan dan noodzakelijk. En dat is best zonde. Zorg er daarom om te beginnen voor dat je geen lampen laat branden in ruimtes waar niemand aanwezig is, dat is simpelweg niet nodig. Doe de lampen in de keuken uit als je klaar bent met koken, en laat ze ook in andere kamers niet branden als je langer dan een paar minuten weg bent. Kijk vervolgens ook naar het aantal lampen dat je gebruikt. Als het gaat schemeren hoef je niet direct alle lampen in een ruimte aan te doen, vaak heb je het eerste uur aan één lampje voldoende. En zit je aan de ene kant van de kamer een boek te lezen, met een lampje erbij? Dan hoeft aan de andere kant niet ook nog eens de lamp boven de eettafel op vol vermogen te branden.